Instellingen

1


Jericho binnengekomen

is hij daar doorheen getrokken.

2


Zie, een man,

geroepen met de naam Zacheüs;
hij is oppertollenaar geweest,-
hij is rijk!

3


Hij heeft ernaar gezocht

Jezus te zien, wie hij was,
maar heeft het vanwege de schare
niet vermocht,
omdat hij van gestalte klein is geweest.

4


Vooruitgesneld naar voren

klimt hij op een moerbeivijgenboom omhoog
om hem te kunnen zien,-
omdat hij op doortocht dáár wel
langs móest komen.

5


Als hij bij die plek aankomt,

kijkt Jezus omhoog en zegt tot hem:
Zacheüs, haast je en klim omlaag,
want ik moet heden
in jouw huis verblijven!

6


Haastig klimt hij omlaag

en verwelkomt hem met vreugde.

7


Allen die het zagen hebben gegromd;

ze zeiden: die is bij een zondig man
binnengekomen om uit te spannen!

8


Maar Zacheüs staat daar en zegt tot de Heer:

zie, de helft van wat mij toebehoort, heer,
geef ik aan de armen,
en als ik iemands vijgen heb geschud
geef ik het viervoudige terug!

9


Maar Jezus zegt tot hem:

heden geschiedt er redding
aan dit huis,
omdat ook hij een zoon van Abraham is;

10


want de mensenzoon komt

om ‘te zoeken en te redden
wat verloren is’ (Ez. 34,16).