Instellingen

34


Simeon zegent hen en zegt tot Maria,

zijn moeder:
zie, deze ligt hier
tot val en opstanding van velen in Israël,
tot een teken dat wordt weersproken;

35


maar ook door je eigen ziel

zal een zwaard gaan;
zó zullen uit vele harten
overleggingen worden ontsluierd!

36


Er is ook een profetes geweest, Hanna,

dochter van Fanoeël, uit de stam van Aser.
Zij is in levensdagen ver gekomen:
na haar meisjestijd
heeft zij zeven jaren geleefd met een man

37


en is nu weduwe,

zo’n vierentachtig jaren.
Zij is nooit weggeweest uit het heiligdom,
met vastentijden en smeekbeden er vererend
nacht en dag.

38


Dit eigen uur treedt zij naderbij.

Zij dankt God en spreekt van hem
tot allen
die op Jeruzalems verlossing wachten.

39


Zodra zij alles hebben volbracht

dat volgens de Wet van de Heer móet
keren ze terug naar Galilea, naar hun stad,
Nazaret.