Instellingen

1


Vol van heilige geestesadem

keert Jezus terug van de Jordaan;
en in de geestesadem is hij geleid
de woestijn in,

2


veertig dagen lang beproefd

door de uiteenwerper;
hij eet niets in die dagen;
als ze voleindigd worden
is hij uitgehongerd.

3


Maar dan zegt de uiteenwerper tot hem:

als jij de Zoon van God bent,
zeg dan tot deze steen
dat hij een brood wordt!

4


Jezus antwoordt hem:

geschreven staat ‘niet bij brood alleen
zal de mens leven!’ (Deut. 8,3)

5


Hij leidt hem omhoog

en toont hem alle koninkrijken
van de bewoonde (wereld),
in een punt des tijds.

6


De uiteenwerper zegt tot hem:

jou zal ik geven heel deze macht
en al hun glorie,
omdat ze aan mij is overgegeven
en ik haar geef aan wie ik wil;

7


welnu, als jij je buigt voor mijn aanschijn,

zal alles van jou zijn!

8


Ten antwoord zegt Jezus tot hem:

er staat geschreven
‘buigen zul je voor de Heer, je God,
en alleen hem dienen!’ (Deut. 6,13)

9


Maar hij leidt hem naar Jeruzalem;

hij doet hem staan op de dakrand
van het heiligdom
en zegt tot hem:
als je zoon van God bent,
werp dan jezelf van hier naar beneden!-

10


want er staat geschreven

‘hij zal aan zijn engelen over jou gebieden
om over je te waken en

11


ze zullen je op handen dragen

opdat jij niet je voet aan een steen zult stoten’!

(Ps. 91,11-12)

12


Ten antwoord zegt Jezus tot hem:

er is gezegd
‘je zult de Heer, je God,
niet op de proef stellen’ (Deut. 6,16)!

13


Als hij alle beproeving heeft volbracht,

doet de uiteenwerper afstand van hem
tot aan een (goed) moment.

14


In de kracht van de geestesadem

keert Jezus terug naar Galilea;
tijding gaat uit over heel de omstreek
aangaande hem.

15


Hij

is gaan onderrichten in hun samenkomsten,-
door allen geroemd.

16


Hij komt aan in Nazara,

waar hij is opgevoed,
en gaat, naar de gewoonte hem eigen,
op de dag van de sabbat naar de samenkomst.
Hij staat op om voor te lezen;

17


gegeven wordt hem

de boekrol van de profeet Jesaja;
hij opent de boekrol
en vindt de plaats waar staat geschreven:
‘de Geest des Heren is over mij,
omdat hij mij gezalfd heeft

18


om goeds aan te kondigen aan armen,

hij heeft mij uitgezonden
om te prediken aan gevangenen vrijlating
en aan blinden nieuw gezicht,-
om verdrukten uit te zenden in vrijlating,

19


om te prediken

een welkom jaar des Heren!’ (Jes. 61,1-2a)

20


Hij sluit de boekrol,

geeft die terug aan de helper
en gaat zitten;
aller ogen in de samenkomst
zijn gericht geweest op hem.

21


Maar hij begint en zegt tot hen:

heden
is dit Schriftwoord in uw oren
in vervulling gegaan!

22


Allen hebben hem bijval betuigd,

en zijn verwonderd geweest
over die woorden vol genade
die zijn voortgekomen uit zijn mond;
en ook hebben ze gezegd:
hij is toch de zoon van Jozef,- niet?

23


Hij zegt tot hen:

alle kans dat gij tot mij
dit zinnebeeld zult zeggen
‘heelmeester, genees jezelf!’-
al wat we hebben gehoord
dat geschied is in Kafarnaoem,
doe dat ook hier, in je vaderstad!

24


Maar, zegt hij, amen, ik zeg u:

niet één profeet is welkom in zijn vaderstad!-

25


maar naar waarheid zeg ik u:

vele weduwen zijn er in de dagen van Elia
in Israël geweest,
toen de hemel gesloten werd
voor drie jaren en zes maanden,
zodat er een grote honger woedde
over heel het land,

26


en tot niet één van haar werd Elia gestuurd,

maar wel ‘naar Sarepta bij Sidon,
tot een weduwvrouw’ (1 Kon. 17,9);

27


en vele huidvraatlijders zijn er in Israël geweest

ten tijde van de profeet Elisa,
en niet één van hen werd gereinigd,
maar wel Naäman de Syriër!

28


Die in de samenkomst deze dingen horen

worden allen vervuld van woede;

29


ze staan op en werpen hem de stad uit;

ze leiden hem naar de rand van de berg
waarop hun stad gebouwd is,-
om hem in de afgrond te gooien.

30


Maar hij is

midden tussen hen door ontkomen
en vertrokken.