Instellingen

22


Maar het geschiedt op een van de dagen:

hij stapt in een boot,
hij en zijn leerlingen,
en zegt tot hen: laten we oversteken
naar de overkant van het meer!
En ze koersen óp.

23


Maar terwijl zij varen slaapt hij in.

Er daalt een wervelwind neer op het meer;
ze zijn volgelopen en in nood geraakt.

24


Maar ze komen bij hem,

wekken hem, zeggend:
meester, meester, we vergaan!
Maar helemaal ontwaakt, bestraft hij
de wind en de woestheid van het water,
en die houden op,
en wat geschiedt, is: stilte.

25


Maar hij zegt tot hen:

wáár is uw geloof?
In vreze en verwondering
zeggen zij tot elkaar: wie ís hij toch?-
dat hij én de winden én het water
opdrachten geeft
en zij hem onderhorig zijn!