Instellingen

11


Maar de scharen krijgen er kennis van

en volgen hem;
hij heeft ze verwelkomd
en heeft tot hen gesproken
van het koningschap van God,
en die genezing nodig hadden heeft hij geheeld.

12


Maar de dag begint te dalen;

de twaalf komen tot hem en zeggen:
laat de schare met rust,
opdat zij trekken
naar de dorpen en velden rondom
en rust en voedsel vinden,
omdat we hier zijn op een plek
van enkel woestijn!

13


Maar hij zegt tot hen:

geven jullie eten aan hen!
Zij zeggen:
er zijn voor ons niet meer dan
vijf broden en twee vissen;
of moeten wíj vertrekken en
spijzen kopen voor heel deze gemeenschap?

14


Want het zijn

zo’n vijfduizend mannen geweest.
Maar hij zegt tot zijn leerlingen:
laat ze gaan neerliggen
in liggingen van zo’n vijftig!

15


Ze doen zo en laten allen neerliggen.

16


Maar hij neemt de vijf broden

en de twee vissen,
kijkt op naar de hemel en zegent ze.
Hij breekt ze en geeft ze aan de leerlingen
om voor te zetten aan de scharen.

17


En die eten en worden verzadigd, állen.

Het overschot aan brokken
dat door hen wordt opgehaald
is twaalf korven.