Instellingen

22


Dán geschieden de Vernieuwingsfeesten

in Jeruzalem,
het is winter geweest.

23


Jezus heeft heen en weer gewandeld

in het heiligdom
in de zuilengang van Salomo.

24


Dan omringen de Judeeërs hem,-

ze hebben tot hem gezegd:
tot wanneer laat u onze ziel bungelen?-
als ú de Gezalfde bent,
zeg het ons ronduit!

25


Jezus antwoordt hun:

dat héb ik u gezegd
en gij gelooft het niet!-
de werken die ík doe
in de naam van mijn Vader,
die getuigen over mij;

26


echter, gíj gelooft niet

omdat ge niet
(uit de kudde van) mijn schapen zijt;

27


mijn schapen horen naar mijn stem;

ík ken hen en zij volgen mij,-

28


en ík geef hun eeuwig leven:

ze zullen tot in der eeuwigheid niet
verloren lopen
en niet zal iemand ze
uit mijn hand roven;

29


mijn Vader – wat hij mij heeft gegeven

is groter dan alles,
en niemand is bij machte
uit de hand van de Vader te roven;

30


ik en de Vader zijn één!