en ík zal de Vader erom bidden en hij zal u een ándere troosttoeroeper geven om bij u te zijn tot in de eeuwigheid:
17
de geestesadem van de waarachtigheid, welke de wereld niet bij machte is op te nemen omdat ze die niet aanschouwt en niet kent; gíj kent hem omdat hij bij u verblijf houdt en ín u zijn zal;
18
ik laat u niet als wezen achter, ik kom naar u toe;
19
nog een korte tijd en de wereld aanschouwt mij niet meer, maar gíj aanschouwt mij omdat ík leef, en gíj zult leven;
20
op die dag zult gíj erkennen dat ík één ben met mijn Vader en gíj één met mij en ík ook met u!-
21
wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die mij liefheeft; maar wie mij liefheeft, hem zal mijn Vader liefhebben en ook ík zal hem liefhebben en mijzelf aan hem openbaren!