Instellingen

15


ik noem u niet meer dienaars,

omdat de dienaar niet weet
wat zijn heer doet;
maar u heb ik vrienden genoemd
omdat ik aan ú bekend heb gemaakt
al wat ik gehoord heb bij mijn Vader.

16


Niet gij hebt mij uitgekozen,

nee, ík heb ú uitgekozen
en ik heb u ingezet
opdat gíj heen gaat en vrucht draagt
en uw vrucht blijft,-
opdat, wat ge de Vader ook zult vragen
in mijn naam,
hij u dat zal geven.