Tot nu toe hebt ge nooit om iets gebeden in mijn naam; bidt en ge zult het ontvangen, zodat uw vreugde volkomen wordt.
25
Dit alles heb ik tot u gesproken in beelden; er komt een uur dat ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar openlijk aan u over de Vader zal verkondigen.
26
Op díe dag zult ge in mijn naam om iets bidden, en daarmee zeg ik u niet dat ík dat de Vader voor u zal vragen,
27
want de Vader zelf houdt van u, omdat gij van mij hebt gehouden en zijt gaan geloven dat ik van bij God ben uitgegaan;
28
ik ben uit de Vader uitgegaan en gekomen tot de wereld; ik verlaat de wereld weer en ga voort naar de Vader!
29
Zijn leerlingen zeggen: zie, nu spreekt u openlijk, u zegt niets in beeldspraak!-
30
nú weten we dat u álles weet en het niet nodig hebt dat men u iets vraagt; hierdoor geloven wij dat u van God bent uitgegaan!