Instellingen

13


maar nu kom ik tot u,

en dit alles spreek ik uit in de wereld
opdat zij mijn vreugde vervuld
in zich mogen hebben.

14


Ik heb hun uw woord gegeven,

en de wereld is hen gaan haten,-
omdat ze niet van deze wereld zijn,
zoals ík niet van deze wereld ben;

15


ik bid niet dat gij hen weghaalt

uit de wereld,
nee, dat gij hen behoedt voor de boze;

16


zij zijn niet van de wereld

zoals ík niet van deze wereld ben;

17


heilig hen toe

in de waarachtigheid;
uw woord is waarachtigheid.

18


Zoals gij mij de wereld in hebt gezonden,

heb ook ík hen de wereld in gezonden;

19


en ter wille van hen heilig ik mijzelf toe

opdat ook zíj toegeheiligd mogen worden
in waarachtigheid.