ze klimmen in een boot en zijn aangekomen aan de overzij van de zee bij Kafarnaoem; het is inmiddels donker geworden en nog steeds is Jezus niet bij hen aangekomen.
18
De zee is wakker geworden door het blazen van een sterke wind.
19
Als ze dan zo’n vijfentwintig of dertig stadiën ver zijn gekomen, aanschouwen zij hoe Jezus wandelt over de zee en dicht bij de boot aanlandt; en ze worden bevreesd.
20
Maar hij zegt tot hen: ík ben het, vreest niet!
21
Ze hebben hem toen in de boot willen nemen, en meteen bereikt de boot het land, waarheen ze weggevaren waren.