en zij hebben gezegd: is hij niet Jezus-de-zoon-van-Jozef?- weten wíj niet van de vader en de moeder?- hoe kan hij ineens zeggen ‘ik ben neergedaald uit de hemel’?
43
Jezus antwoordt en zegt tot hen: mort niet onder elkaar!-
44
niemand is bij machte tot mij te komen, als de Vader die mij heeft gestuurd hem niet trekt; en dan doe ík hem ten laatsten dage opstaan;
45
er is geschreven bij de profeten ‘en allen zullen door God onderricht zijn’ (Jes. 54,13); al wie het van de Vader hoort en leert, komt tot mij;
46
niet dat iemand de Vader heeft gezien: alleen hij die van bij God is, die heeft de Vader gezien;
47
amen, amen, ik zeg u: wie gelooft heeft eeuwig leven!-
48
ik ben het brood des levens;
49
uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zijn gestorven;
50
dit brood is het dat neerdaalt uit de hemel, opdat wie daarvan eet niet sterft!-
51
ik ben het levende brood dat is neergedaald uit de hemel; als iemand eet van dit brood zal hij leven tot in de eeuwigheid; het brood dat ík zal geven is mijn vlees, voor het leven der wereld!