Instellingen

31


Toen heeft Jezus gezegd,

tot de Judeeërs die in hem zijn gaan geloven:
gíj, als ge blijft bij mijn woord,
zijt ge waarlijk leerlingen van mij,

32


en zult ge de waarheid kennen;

de waarheid zal u vrijmaken!

33


Ze antwoorden tot hem:

zaad van Abraham zijn wij,-
nooit iemands dienstknechten geweest!-
hoe kunt ú dan zeggen
‘ge zult vrije (mensen) worden’?

34


Jezus antwoordt hun:


amen, amen, ik zeg u:

al wie de zonde dóet
is een dienstknecht van de zonde;

35


maar de dienaar heeft geen blijvende plaats

in het huis
tot in de eeuwigheid:
de zóón mag blijven tot in de eeuwigheid;

36


als dan de zoon u vrij zal maken

zult ge wezenlijk vrij zijn;