Want vanaf de schepping der wereld wordt al wat onzichtbaar is van hem aan zijn daden opgemerkt en gezien: én zijn altijddurende kracht én zijn goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn,
omdat zij God wel kenden maar hem niet als God hebben verheerlijkt of gedankt, nee, zij zijn met hun overleggingen op niets uitgelopen, en hun onverstandig hart is verduisterd.