Want ik zeg dat Christus voor de waarachtigheid van God bedienaar van de besnijdenis geworden is, om de aankondigingen aan de vaderen te bevestigen,
9
en opdat de heidenen voor zijn ontferming God zullen loven, zoals geschreven staat: ‘daarom zal ik u belijden onder heidenen en voor uw naam psalmzingen!’ (Ps. 18,50);
10
en elders zegt hij: ‘weest vrolijk, heidenen, samen met zijn gemeente!’ (Deut. 32,43);
11
en elders: ‘looft, alle heidenen, de Heer, en laten alle gemeenschappen hem prijzen!’ (Ps. 117,1);
12
en elders zegt Jesaja: ‘het zal de wortel van Jesse zijn, hij die opstaat om over heidenen te heersen; op hem zullen heidenen hopen!’ (Jes. 11,10).
13
Moge de God van de hoop u vervullen van alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloedig wordt in de hoop, in kracht van de heilige Geest!
14
Maar ik ben er van overtuigd, broeders-en-zusters van mij, ik voor mij over u, dat ge zelf vol zijt van goedheid, vervuld van alle kennis, bij machte ook elkaar terecht te wijzen.
15
Toch heb ik u nogal gedurfd geschreven, voor een deel, als iemand die u dingen in herinnering brengt, door de genade die mij van Godswege is gegeven,