door wie wij ook de toegang hebben verkregen tot deze genade waarin wij staan, en ook roemen in hoop op de glorie van God.
3
En niet alleen dat, nee, ook roemen wij in de verdrukkingen, wetend dat de verdrukking volharding bewerkt,
4
de volharding gehardheid en gehardheid hoop;
5
en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde van God is uitgestort in onze harten door de heilige Geest die ons gegeven is,
6
zo waar als Christus, toen wij zwak waren, nog in dat tijdsgewricht voor goddelozen is gestorven.
7
Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven, al zal misschien iemand voor een die goed is toch durven sterven;
8
maar God betoont zijn liefde aan ons omdat, toen wij nog zondaars waren, Christus voor ons is gestorven.
9
Zoveel te meer zullen wij dan, nu gerechtvaardigd in zijn bloed, door hem worden gered van de toorn.
10
Want als wij als zijn vijanden met God zijn verzoend door de dood van zijn zoon, zoveel te meer zullen wij, verzoend, worden gered in zijn leven.
11
Maar niet alleen dat, ook roemen wij in God door onze Heer Jezus, door wie wij nu de verzoening hebben ontvangen.
12
Daarom, zoals door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook tot alle mensen de dood door-gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.