Instellingen

10


als Christus in u leeft

is het lichaam wel dood door zonde
maar is de geest een en al leven
door rechtvaardiging.

11


Als de Geest van hem

die Jezus heeft opgewekt uit de doden
in u woont, zal hij die Christus Jezus
heeft opgewekt uit de doden
ook uw sterfelijke lichamen levend maken,
door zijn Geest, die in u woont.

12


Dan zijn wij dus, broeders-en-zusters,

wel schuldenaars,
maar niet aan het vlees
om naar het vlees te leven.

13


Want als ge naar het vlees leeft

zult ge zéker sterven;
maar als ge in Geest-kracht
de praktijken van het lichaam
ter dood brengt,
zult ge léven.

14


Zovelen als zich laten leiden

door Gods Geest
die zijn zonen-en-dochters van God.

15


Ge hebt niet een geest van knechtschap

ontvangen
om u opnieuw vrees aan te jagen,
nee, ge hebt ontvangen
een geest van aanneming
tot zonen-en-dochters,
door wie wij schreeuwen:
Abba!, Vader!

16


De Geest zelf betuigt mee met onze geest

dat wij kinderen van God zijn.

17


Indien kinderen, dan ook erfgenamen:

erfgenamen van God
en mede-erfgenamen met Christus,
daar we immers mét hem lijden om ook
mét hem verheerlijkt te worden.

18


Want ik reken erop

dat al wat we
in het tijdsgewricht van nu
te lijden krijgen
niet opweegt tegen de heerlijkheid
die ons onthuld gaat worden.

19


Ja, reikhalzend wacht de schepping

op de onthulling
van de zonen-en-dochters van God.

20


Want de schepping is

onderworpen aan
vergeefsheid,
niet omdat ze dat wil,
maar door hem die haar onderwerpt;
in hope,

21


omdat ook de schepping zelf

zal worden vrijgemaakt
van de knechtschap van het bederf
tot de vrijheid die ligt in de heerlijkheid
van de kinderen van God.

22


Want wij weten dat heel de schepping

mee-zucht en mee in barensnood is
tot nu toe.