Instellingen

1


Waarheid spreek ik,

één met Christus lieg ik niet,
terwijl één met de heilige Geest
mijn mede-geweten het medebetuigt:

2


dat er bij mij grote droefheid is

en een niet aflatende pijn in mijn hart.

3


Want ik heb gebeden

dat ik vervloekt mocht zijn,
ikzelf los van de Gezalfde
ter wille van mijn broeders-en-zusters,
naar vlees-en-bloed mijn medegeborenen;

4


zij zijn Israëlieten, van hen zijn

de aanneming tot zonen-en-dochters,
de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving,
de eredienst en de aankondigingen;

5


van hen zijn de vaderen

en uit hen is de Gezalfde,
naar vlees-en-bloed,-
die over allen God is,
te zegenen tot in de eeuwigheden. Amen.