Het zal geschieden: als ge gehoorzaam hoort naar mijn geboden die ik u heden gebied,- door lief te hebben de Ene, uw God, en hem te dienen met heel uw hart en met heel uw ziel:
geven zal ik dan op zijn tijd regen voor uw land, herfstvlaag en lentedruppel, en dan zul je het inzamelen: je koren, je wijnmost, je boomolie;
15
geven zal ik groen gras op je veld voor je vee; eten zul je en verzadigd worden!
16
Weest dan waakzaam voor uzelf!, anders opent uw hart zich,- zult ge afdwalen, andere goden dienen en u buigen voor hén.
17
Ontgloeien zal dan de toorn van de Ene tegen u; hij zal de hemel versperren zodat er geen regen zal vallen en de –rode– grond haar opbrengst niet geeft; weldra zult ge verdwenen zijn van dat goede land dat de Ene u geeft.