Instellingen

13


Het zal geschieden:

als ge gehoorzaam hoort naar mijn geboden
die ik u heden gebied,-
door lief te hebben
de Ene, uw God, en hem te dienen
met heel uw hart en met heel uw ziel:

14


geven zal ik dan op zijn tijd regen
   voor uw land,
   herfstvlaag en lentedruppel,

en dan zul je het inzamelen: je koren,
je wijnmost, je boomolie;

15


geven zal ik groen gras op je veld
   voor je vee;

eten zul je en verzadigd worden!

16


Weest dan waakzaam voor uzelf!,

anders opent uw hart zich,-
zult ge afdwalen,
andere goden dienen
en u buigen voor hén.

17


Ontgloeien zal dan de toorn van de Ene
   tegen u;

hij zal de hemel versperren
zodat er geen regen zal vallen
en de –rode– grond
haar opbrengst niet geeft;
weldra zult ge verdwenen zijn
van dat goede land
dat de Ene u geeft.