Instellingen

6


die bestaande in de gestalte van God

het niet als geroofd goed heeft beschouwd
gelijk te zijn aan God,

7


maar zichzelf heeft ontledigd

door de gestalte van een dienstknecht
aan te nemen,
gelijk geworden aan mensen
en in houding een mens gebleken;

8


hij heeft zichzelf vernederd,

gehoorzaam geworden tot in de dood,
de dood aan een kruis.

9


Daarom heeft God hem verhoogd

en hem genadig de naam verleend
die is boven alle naam,

10


opdat in de naam van Jezus

alle knie zich zal buigen
van hemelingen, aardbewoners
en onderaardsen,

11


en alle tong zal belijden:

Jezus Christus is Heer!,
tot glorie van God de Vader.