15 | Hij is het beeld van de onzichtbare God, eerstgeborene van alle schepping,
| |
16 | omdat in hem alles is geschapen in de hemelen en op de aarde, de zichtbare en de onzichtbare dingen, hetzij tronen hetzij heerschappijen, hetzij overheden hetzij machten: het is alles door hem en tot hem geschapen.
| |
17 | Hij is er eerder dan alles en alles bestaat door hem,
| |
18 | en hij is het hoofd van het lichaam dat de vergadering is. Hij is het begin, als eerstgeborene uit de doden, zodat hij onder allen de eerste wordt,
| |
19 | want in hem heeft het heel de volheid behaagd woning te maken
| |
20 | en door hem alles met zich te verzoenen,- vrede stichtend door zijn bloed aan het kruis,- door hem, hetzij alles op de aarde, hetzij alles in de hemelen.
| |
21 | Ook u, die eens vervreemd waart en in denken vijanden waart in uw boze werken,
| |
22 | heeft hij nu in zijn vleselijke lichaam door de dood verzoend, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor zijn aanschijn te doen staan,
| |
23 | als ge maar gefundeerd en vast blijft bij het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop in de verkondiging die ge hebt gehoord en die gepredikt wordt bij alle schepsel onder de hemel, waarvan ik, Paulus, een diaken ben geworden.
| |
24 | Nu verheug ik mij over alle lijden ter wille van u, en wat ontbreekt aan de verdrukkingen van de Gezalfde vul ik in mijn vlees aan voor zijn lichaam, dat is de vergadering,
| |
25 | welker diaken ik geworden ben overeenkomstig de taak van God die hij mij heeft gegeven om u te vervullen met het woord van God,
| |
26 | het geheimenis dat verborgen was voor de eeuwen en de generaties, maar nu aan zijn heiligen is verschenen
| |
27 | aan wie God bekend heeft willen maken wat de glorieuze rijkdom is van dit geheimenis onder de heidenen, en dat is Christus onder u, de hoop op de glorie.
| |
28 | Hij is het die wij verkondigen wanneer wij iedere mens waarschuwen en iedere mens onderrichten in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te doen staan in Christus.
| |
29 | Daarvoor zwoeg ik en strijd ik, met hulp van zijn innerlijk werk dat in mij werkt met kracht.
| |