6 | Zoals ge dan de Gezalfde hebt aangenomen: Jezus, de Heer, moet ge in de eenheid met hem wandelen,
| |
7 | geworteld en opgebouwd in de eenheid met hem en bevestigd in het geloof zoals ge er in onderricht zijt, terwijl ge overvloeit van dankzegging.
| |
8 | Kijkt uit dat er niet iemand zal zijn die u meesleept door zijn filosofie en hol bedrog overeenkomstig de overlevering van de mensen, overeenkomstig de elementen van de wereld en niet overeenkomstig Christus,-
| |
9 | omdat in hem heel de volheid van de Godheid lichamelijk woont
| |
10 | en gij de volheid hebt ontvangen in hem die het hoofd is van alle overheid en gezag;
| |
11 | in hem zijt ge ook besneden, met een besnijdenis, niet met handen gedaan maar in het afleggen van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van de Gezalfde,
| |
12 | mee-begraven met hem in de doop; in hem zijt ge ook mee-opgewekt door het geloof in de werking van God die hem heeft opgewekt uit de doden.
| |
13 | Ook u, die dood waart door uw misstappen en door de voorhuidigheid van uw vlees, u heeft hij mee-levend gemaakt met hem, toen hij ons genade betoonde voor alle misstappen.
| |
14 | Het handschrift in ons nadeel met zijn bepalingen, dat tégen ons was, heeft hij uitgewist, en hij heeft het uit de weg geruimd door het aan het kruis te nagelen.
| |
15 | Hij heeft de overheden en de gezagsdragers uitgekleed en vrijmoedig te kijk gezet en in hem over hen getriomfeerd.
| |
16 | Laat dan niet iemand u oordelen inzake spijs en drank of op het punt van een feest of nieuwemaan of sabbat,-
| |
17 | dingen die een schaduw zijn van de dingen die komen; maar het lichaam is dat van de Gezalfde.
| |
18 | Laat niemand u diskwalificeren door gewilde nederigheid en engelenverering, pralend met wat hij heeft gezien, zonder reden opgeblazen door wat zijn vlees bedenkt,
| |
19 | terwijl hij niet vasthoudt aan het hoofd waaruit heel het lichaam, door de gewrichten en verbindingen ondersteund en bijeengehouden, zijn goddelijke groei groeit.
| |
20 | Als ge met Christus zijt ontstorven aan de elementen van de wereld, wat laat ge u dan bepalingen opleggen alsof ge in de wereld leeft?
| |
21 | ‘Raak niet, smaak niet, roer niet aan!’
| |
22 | Dat is allemaal tot bederf in het gebruik, overeenkomstig de ‘inzettingen en leringen van de mensen’ (Jes. 29,13),-
| |
23 | het heeft wel een roep van wijsheid met zijn eigenwillige godsdienst en nederigheid en lichaamskastijding, maar is van geen enkele waarde; het is tot bevrediging van het vlees.
| |