1 | Heren, betracht aan de dienaars wat rechtvaardig en billijk is, wetend dat ook gíj een heer hebt in de hemel.
| |
2 | Volhardt in het bidden; weest daarin waakzaam, onder dankzegging,
| |
3 | tevens ook voor ons biddend dat God voor ons een deur voor het woord zal openen en wij het geheimenis van de Gezalfde, waarvoor ik ook gebonden ben, kunnen uitspreken,
| |
4 | opdat ik dat zó in het licht zal zetten als ik het moet uitspreken.
| |
5 | Wandelt in wijsheid ten opzichte van wie buiten staan: koopt het tijdstip uit.
| |
6 | Laat uw woord altijd in genade zijn, met een snuifje zout, en weet hoe gij aan een ieder moet antwoorden.
| |
7 | Van alles wat mij betreft zal Tychicus u in kennis stellen, de geliefde broeder en trouwe diaken en mede-dienstknecht in de Heer,
| |
8 | die ik juist daarvoor naar u toe heb gestuurd, opdat ge van alles over ons kennisneemt en hij uw harten bemoedigt,
| |
9 | samen met Onesimus, de trouwe en geliefde broeder uit uw midden; alles van hier zullen zij u bekend maken.
| |
10 | U groet Aristarchus, mijn medegevangene, en Marcus, de neef van Barnabas, over wie ge opdrachten hebt gekregen; als hij tot u komt, ontvangt hem!,
| |
11 | en Jezus die Justus heet; zíj zijn uit de besnijdenis de enige mede-arbeiders voor het koninkrijk van God; zij zijn voor mij een bemoediging geworden.
| |
12 | U groet Epafras, uit uw midden, een dienstknecht van Christus Jezus die altijd in de gebeden voor u vecht dat ge stand moogt houden, volmaakt en vervuld van alles wat God wil.
| |
13 | Want ik kan voor hem getuigen dat hij veel moeite doet voor u en wie in Laodicea en Hierapolis zijn.
| |
14 | U groet Lucas, de geliefde arts, en Demas.
| |
15 | Groet de broeders-en-zusters in Laodicea, en Nymfa en de vergadering bij haar in huis;
| |
16 | en wanneer de brief bij u is voorgelezen, zorgt dan dat hij ook in de vergadering van Laodicenzers wordt voorgelezen, en die uit Laodicea, dat gij die ook voorleest.
| |
17 | Zegt tot Archippus: let op het dienstwerk dat je in de Heer op je hebt genomen, dat je het ook vervult!
| |
18 | Hier in mijn eigen hand de groet van Paulus. Denkt aan mijn boeien! De genade zij met u! | |