En daarom is hij de middelaar van een nieuw verbond: er is een dood geschied tot verlossing van de overtredingen bij het eerste verbond, en nu kunnen de geroepenen het aangekondigde aannemen van het eeuwige erfdeel.
Want waar een verbond is, moet noodzakelijk (de) dood worden ondergaan door het verbondsofferdier,
17
want een verbond staat vast bij (de aanwezigheid) van gestorvenen, daar het nog niet van kracht is wanneer het verbondsofferdier in leven is;
18
daarom is ook het eerste niet zonder bloed vernieuwd.
19
Want toen naar de Wet door Mozes alle gebod was uitgesproken tot heel de gemeente, nam hij het bloed van de kalveren en van de bokken, met water en wol van scharlaken en hysop, en besprenkelde het boek zelf en heel de gemeente,
20
zeggend: ‘dit is het bloed van het verbond dat God met u heeft gesloten’ (Ex. 24,8).
21
Evenzo besprenkelde hij met het bloed ook de tent en alle gereedschappen voor de eredienst.
22
En bijna alle dingen worden naar de Wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving.
23
Hiermee moesten noodzakelijk de voorstellingen van de hemelse dingen worden gereinigd, maar de hemelse dingen zelf door betere offers dan deze.
24
Want Christus is niet ingegaan in heiligdommen met handen gemaakt, tegenbeelden van de waarachtige, maar in de hemel zelf, om nu voor ons te verschijnen voor het aanschijn van God;
25
ook niet om zichzelf veelvuldig te offeren op de wijze waarop de hogepriester jaarlijks het heilige ingaat met bloed dat het zijne niet is,
26
want dan zou hij veelvuldig hebben moeten lijden, van de grondvesting der wereld af; maar nu is hij eens-en-voorgoed verschenen bij de voleinding der eeuwen om de zonde weg te doen door zijn offer.
27
En voorzover het de mensen beschikt is eenmaal te sterven, met daarna een oordeel,
28
zo zal ook de Gezalfde die zich eenmaal heeft geofferd om de zonden van velen op zich te nemen (Jes. 53,12), zich andermaal zonder zonde laten zien aan hen die hem verwachten, tot heil.