Instellingen

14


nu dan,

vreest de Ene,
   en dient hem in gaafheid en in trouw;

verwijdert de goden
die uw vaderen hebben gediend
   aan de overzij van de Rivier en in Egypte,

en dient de Ene;

15


en als het kwaad is in uw ogen
   om de Ene te dienen,

kiest u dan heden wie ge dienen zult:
óf de goden
die uw vaderen hebben gediend
aan de overzij van de Rivier,
óf de goden van de Amorieten
in wier land gij nu zetelt;
maar ik en mijn huis,
wij zullen de Ene dienen!