Want niet door vernuftig verzonnen fabels te volgen hebben wij u de kracht en de komst van onze Heer, Jezus Christus, bekendgemaakt, maar doordat wij ooggetuigen van diens grootheid zijn geweest.
Want hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid mogen aannemen, toen door de verheven heerlijkheid zo’n stemgeluid tot hem werd gericht: ‘mijn zoon, mijn geliefde is hij, in hem heb ik welbehagen gekregen’ (Jes. 42,1).
18
En dit stemgeluid hebben wijzelf uit de hemel tot hem gericht horen worden toen wij met hem waren op de heilige berg,
19
en wij houden het profetische woord nu nog meer voor vast,- en ge doet wel als ge u daarbij houdt als bij een lamp die schijnt op een donkere plek, totdat de dag gaat gloren en de morgenster opgaat in uw harten;
20
en weet dit allereerst dat alle profetie in de Schrift niet van een eigen uitleg afhangt.
21
Want nooit is profetie door de wil van een mens tot ons gericht, nee, door heilige geestesadem gedragen hebben mensen gesproken namens God.