Instellingen

16


Want niet door vernuftig verzonnen

fabels te volgen hebben wij u
de kracht en de komst van onze Heer,
Jezus Christus, bekendgemaakt,
maar doordat wij ooggetuigen
van diens grootheid zijn geweest.

17


Want hij heeft van God de Vader

eer en heerlijkheid mogen aannemen,
toen door de verheven heerlijkheid
zo’n stemgeluid tot hem werd gericht:
‘mijn zoon, mijn geliefde is hij,
in hem heb ik welbehagen gekregen’ (Jes. 42,1).

18


En dit stemgeluid

hebben wijzelf
uit de hemel tot hem gericht horen worden
toen wij met hem waren
op de heilige berg,

19


en wij houden het profetische woord

nu nog meer voor vast,-
en ge doet wel
als ge u daarbij
houdt als bij een lamp die schijnt
op een donkere plek, totdat
de dag gaat gloren
en de morgenster opgaat
in uw harten;

20


en weet dit allereerst

dat alle profetie in de Schrift
niet van een eigen uitleg afhangt.

21


Want nooit is profetie

door de wil van een mens
tot ons gericht,
nee, door heilige geestesadem gedragen
hebben mensen gesproken namens God.