Instellingen

31


In geloof is Rachab de hoer

niet omgekomen samen met
de ongehoorzamen, omdat zij
de verspieders met vrede ontving.

32


En wat moet ik nog meer zeggen?

Want de tijd zal mij in de steek laten
als ik verhaal over Gideon,
Barak, Simson, Jefta, David,
Samuël en de profeten,

33


die door geloof

koninkrijken hebben overwonnen,
gerechtigheid bewerkt,
aangekondigde zaken verkregen,
leeuwenmuilen gestopt,

34


de kracht van vuur hebben gedoofd,

bekken van een zwaard zijn ontvlucht,
uit zwakheid kracht hebben ontvangen,
in een oorlog sterk zijn geworden,
troepen van vreemden hebben afgebogen.

35


Vrouwen hebben uit een opstanding

hun doden mogen aannemen,
maar anderen zijn doodgemarteld:
zij namen de mogelijkheid van
vrijspraak niet aan, om
een betere opstanding te krijgen.

36


Anderen hebben de proef genomen

met bespottingen en geselingen,
en ook nog met boeien en bewaking.

37


Zij zijn gestenigd, op de proef gesteld,

doormidden gezaagd, in moord
door een zwaard gestorven;
zij hebben rondgelopen
in schapenvachten, in geitenvellen,
gebrek lijdend, verdrukt,
kwalijk eraantoe;

38


de wereld is hen niet waard geweest;

zij hebben rondgedoold door woestenijen,
over bergen, door spelonken en
de holen der aarde.

39


En hoewel van hen allen is getuigd

om het geloof,
hebben zij het aangekondigde
niet gekregen,-

40


daar God iets beters

heeft voorzien voor óns, zodat zij niet
zonder ons hun voleinding
kunnen bereiken.