14:22 |
|
14:23 |
|
14:24 |
|
14:25 |
|
14:26 |
|
14:27 |
|
14:28 |
|
14:29 |
|
14:30 |
|
14:31 |
|
14:32 |
|
14:33 |
|
Matteüs 14,22-33 Waartoe stond je zo onvast? (vers 31)
Met deze vertaling staat Oussoren zeer eenzaam in het veld. Alle anderen, van de Nieuwe Wereldvertaling tot en met de Bijbel in Gewone Taal, hebben “twijfelen”. Of nee, dat klopt niet helemaal. De aloude Statenvertaling heeft: “waarom hebt gij gewankeld?”, wat in de buurt komt van Oussorens vertaling.
Ter vertaling ligt het woord distazoo dat alleen hier en in 28,17 voorkomt (waar Oussoren overigens wel met ‘twijfelen’ vertaalt). Het is een samenstelling van dis (twee) en stazoo (staan), afgeleid van histèmi (neerzetten, plaatsen). Tenminste, zo lijkt het en zo klinkt het. Of de etymologie ook klopt, kan ik niet controleren. Ik twijfel. Maar ach, wat maakt het uit. Intuïtief klopt het. Distazoo is een kwestie van twee-stand, twij-fel. Je hebt twee standpunten tegelijk. En dat kan niet, dus wankel en waggel je. Je staat onvast.
Er is nog iets aparts met Oussorens vertaling. ‘Waartoe stond je zo onvast’, dat klinkt alsof Petrus er een bedoeling mee had. Het Grieks heeft: eis ti – tot wat. Als Jezus gezalfd wordt, mopperen de leerlingen: ‘Waartoe deze teloorgang?’ (26,8) Als Jezus aan het kruis hangt, roept hij: ‘waartoe hebt ge mij verlaten?’ (Marcus 14,34) Eis ti veronderstelt een bedoeling, een intentie. Met welke bedoeling heeft Petrus zo onvast gestaan? Het klinkt vreemd, want meestal veronderstellen we dat twijfel iemand ‘bespringt’, ‘overvalt’ etc. Dan zijn we lijdend voorwerp van de twijfel.
Maar nooit helemaal alleen. We zijn soms ook medewerkend voorwerp of zelfs subject van de twijfel. Met welke intentie, welke bedoeling kiezen we er soms voor, ‘onvast te staan’? Er bestaat zoiets als ‘methodische twijfel’. Dan twijfelen we met de intentie alle opties eens flink aan de tand te voelen, om de beste over te houden. Er bestaat tactische twijfel, zoals wanneer je niet weet waar de bal heen gaat. Een keeper moet niet te vast staan. Tactische twijfel houdt graag opties open, wil kunnen inspelen op verschillende mogelijke uitkomsten. Meestal best verstandig.
Maar daar op zee heeft het weinig zin. Of Jezus is God-met-ons op zee, of… niet, en dan had ik al op de bodem gelegen. Wat voor zin heeft hier de twijfel? Soms heeft het zin om twee opties open te houden, bijv. als je een uitje organiseert. Wat doen we als het gaat regenen? Het is nuttig, dan een plan B te hebben. Maar hangend onder een luchtballon heeft het weinig zin om een plan B gereed te houden voor als de bodem eruit valt. En wat had Petrus willen doen in het geval dat Jezus toch een fantasma bleek te zijn, en hij door deze boosaardige geest in de val was gelokt? Had hij de onderkant van de boot willen gaan controleren op aangroeisels? Had hij op de bodem zijn zonnebril willen zoeken die hij ooit kwijtraakte? Het heeft erg weinig nut, daarover na te denken. Soms is twijfelen gewoon nergens goed voor.
Wouter van Voorst