28:16


Maar de elf leerlingen

maken voort naar Galilea,
naar de berg waar Jezus
hen heeft ontboden,

28:17


en als ze hem zien brengen ze hem hulde,

al twijfelen sommigen.

28:18


Jezus komt naderbij

en spreekt tot hen; hij zegt:
mij is gegeven alle gezag
in hemel en op aarde;

28:19


maakt dan voort, maakt

alle volkeren tot leerlingen,
hen dopend in de naam
van de Vader en van de Zoon
en van de heilige Geest,

28:20

hen onderrichtend in het bewaren
van al wat ik u heb geboden;
en zie, ík ben met u,
al de dagen, tot aan de voleinding
van de wereldtijd!

Matteüs 28, 16-20 – Hulde of twijfel?

De leerlingen zien Jezus bij of op de berg “waar hij hen heeft ontboden”, vertaalt Pieter Oussoren. Je zou ook kunnen vertalen “waar hij hen op hun plaats heeft gezet” in de zin van “heeft onderricht”, “heeft laten zien hoe het hoort” (etaxato, van tassoo: ‘op de juiste plaats zetten’, heeft zowel de betekenis van ‘ontbieden’ als ‘op zijn plaats zetten’). Dan verwijst Mat. 16,16 naar de berg uit Mat. 6,1 waar Jezus net als Mozes de leerlingen heeft onderricht in de totaal andere werkelijkheid van Gods koninkrijk.

Als de leerlingen Jezus zien (idontes – een zien dat duidt op een inzicht, een verstaan), brengen ze hem hulde, al twijfelen sommigen. Waar twijfelen ze aan? Eerder in Mat. 28, 9 brengen de leerlingen de verschenen Heer ook hulde. Het lijkt erop dat Jezus’ verschijning hen blijdschap maar ook vrees in boezemt (Jezus zeg tot hen: vreest niet!). Het lijkt op Mozes wiens gelaat, als hij van de Sinaï komt, zo veranderd is dat men hem niet herkent (of denk aan Jozef die niet wordt herkend door zijn broers of David die niet wordt herkend door Saul als David hem onbevreesd aanspreekt na het nachtelijke avontuur waarin David Saul kon doden maar het niet deed).

In alle opstandingsverhalen klinkt dat telkens weer door: de Opgestane overwinnaar wordt (eerst) niet herkend en de leerlingen komen pas tot belijden nadat ze een soort transformerende ervaring hebben gehad (door het breken van het brood zoals bij de Emmausgangers, door het geroepen-worden-bij-je-naam zoals Maria, of door een verkondiging -het is de Heer!- zoals in Johannes 21).

Als redding naderbij is en God zelf verschijnt dan is dat blijkbaar zo ongedacht en onverwacht dat het bevreemdt. Zoals de verschijning van de Ene aan Mozes in een gloeiende Sinaïdoorn Mozes zo bevreemde dat hij van zijn pad afweek. Pas wie durft af te wijken en zich aan dat vreemde durft toe te vertrouwen, komt er toe de schoenen van de voeten te doen in het besef: hier sta ik op heilige grond!

 

Theo van Willigenburg

vanwilligenburg@kantacademy.nl