5:17 |
|
5:18 |
|
5:19 |
|
5:20 |
|
5:21 |
|
5:22 |
|
5:23 |
|
5:24 |
|
5:25 |
|
5:26 | amen is het, zeg ik je, |
Matteüs 5,17-26 Jota of haaltje
U bedoelt: ‘Jota of tittel’? Inderdaad, maar Oussoren geeft keraia met ‘haaltje’ weer. Mijn woordenboek geeft als mogelijke betekenissen: ra van een schip, hengsel, handvat, uitloper van een berg of rotspunt, streepje, accentteken. Iets dat uitsteekt dus. Het woord ‘haaltje’ geeft dat beter weer dan ‘tittel’.
Wat een jota is, wist ik altijd al. Het is de tiende letter van het Hebreeuwse alfabet, tevens de kleinste. Over wat een tittel was, heb ik me nooit bekommerd. Iets kleins. In sommige gevallen is het verschil tussen letters maar een kwestie van een haaltje. De dalet en de resj zijn bijvoorbeeld bijna identiek. Maar de verwisseling ervan kan vreemde misverstanden opleveren.
De centrale tekst van het Jodendom is het Sjema Jisrael: hoor, Israël! Wie de tekst in de Hebreeuwse grondtekst opzoekt, valt de typografie op (Deuteronomium 6,4). De ayin van shema is extra groot gedrukt en de slot-dalet van èchad (‘één’) eveneens. Wat is de reden? Veelal wordt gezegd: samen maken zij het Hebreeuwse woord `eed: getuige.
Maar er is ook een andere verklaring. Stel dat je sjema niet met ayin schrijft maar met alef? Niemand die het verschil hoort. Maar de betekenis verandert van ‘hoor’ in ‘misschien’! En stel dat je echad per ongeluk een haaltje te weinig geeft? Dan staat er niet ‘één’ maar ‘een ander’! Een aldus verloederd Sjema betekent zoveel als: “Misschien, Israël, is de Ene onze God. De Ene, onze God, is een ander.”
Soms betekent een kleine afwijking een totale omkering. Zoals tijdens die ene begrafenisdienst (tegenwoordig heet dat: dankdienst voor het leven van; binnenkort: praise-event) waarbij het goeddeels onkerkelijke publiek het braaf meezong: ‘God, die ik ademloos veracht’. (In plaats van: verwacht.) Ach, whatever, zullen ze gedacht hebben.
Tot mijn irritatie lees ik trouwens bij Strack-Billerbeck het volgende: “Die das dalet von resch (…) unterscheidenden Merkmale gehören, obgleich man es öfters lesen kann (…) nicht zu den keraia.” Bovenstaand stukje zou dus gebouwd zijn op wetenschappelijk drijfzand. Maar zin om het daarom te herroepen heb ik niet. Ben je mal. Waarom zou de elitaire mening van Hermann en Paul zwaarder wegen als die van mijn? Nou dan.
Wouter van Voorst