6:24 |
|
6:25 |
|
6:26 |
|
6:27 |
|
6:28 |
|
6:29 |
|
6:30 |
|
6:31 |
|
6:32 |
|
6:33 |
|
6:34 |
|
Matteüs 6, 24-34 Oordeelloze leliën?
Of ik ooit van deze bloemen zal kunnen zeggen wat Frederik van Eeden zei over de witte waterlelie, vraag ik me af. Ik vind de benaming gekunsteld. Het lukt me maar niet, de oordeelloze lelie lief te hebben. Trouwens, hoezo oordeel-loos? Krinon (lelie) klinkt als krinoo (oordelen). Waarom niet vertalen: oordeel-leliën? En dat allemaal omdat zeven verzen verder het werkwoord krinoo (oordelen) aan de orde is. Zou dit werkelijk als woordspeling bedoeld zijn? Is dat de reden waarom Jezus niet spreekt van een paardenbloem? Helemaal lastig vind ik de kwestie in Lukas’ parallelle passage. Daarin moet de lezer wel zo’n dertig verzen het woord krinon in het achterhoofd houden aleer het woord krinoo klinkt. Dat lijkt me wat veel. Zou Lukas de hele woordspeling wel gehoord hebben?
Ik heb een voor de hand liggender verklaring van Jezus’ keuze voor uitgerekend de lelie. Spreekt hij in één adem ook niet van Salomo? Die koning was spreekwoordelijk rijk. De koningin van Sjeba is hem haar leven lang niet vergeten. Wat een wijze en charmante man! Zijn wijsheid vinden we in Spreuken en Prediker. Zijn weelderige romantiek in Hooglied.
In het kleine boek Hooglied komt de lelie maar liefst acht keer voorbij. Dat is even vaak als het bedwelmende woord ‘mirre’ bijvoorbeeld. Er is geen boek met meer geuren, bloemen en planten dan Hooglied. Volgens mij kiest Jezus uitgerekend de lelie omdat hij daarmee een associatie wil oproepen. De lelie is mooier dan Salomo met al zijn pracht.
Vergelijk dat met wat Sytze de Vries erover schrijft: “Veelbetekenend voor Salomo’s contrastfunctie is ook de slotpassage van Hooglied; daar zingt de jongen:
mijn wijngaard, de mijne, ligt voor mij; /de duizend laat ik aan u, Salomo (8,12)
In dit boek kom ik elders terug op de metafoor van de wijngaard als beeld van het vrouwelijk schoon, waarvan de jongen de vruchten mag plukken. Het getal duizend móet dan wel doen terugdenken aan Salomo’s duizend vrouwen. De jongen vindt dat de koning zijn duizend vrouwen mag houden! Hem is zijn eigen geliefde genoeg.” (Liefde op het lijf geschreven, 40)
Een lelie is mooier dan Salomo met al zijn heerlijkheid, z’n geconsolideerde macht, zijn goudvoorraden. Een onbezorgde christenziel is mooier dan de Roi-Soleil. En Christus, de betere Salomo, heeft de lelie lief.
Wouter van Voorst