9:35


Jezus is alle steden en dorpen rondgetrokken

onderrichtend in hun samenkomsten,
predikend de aankondiging
van het koninkrijk
en genezend
alle ziekte en alle kwaal.

9:36


Bij het zien van de scharen

is hij innerlijk bewogen over hen,
omdat zij afgemat en opgejaagd geweest zijn
‘als schapen die geen herder hebben’

(Num. 27,17; 1 Kon. 22,17).

9:37


Dán

zegt hij tot zijn leerlingen:
de oogst is overvloedig,
maar de werklui zijn met weinig;

9:38


bidt dan de Heer van de oogst

dat hij werklui uitwerpt
zijn oogst in!

10:1


Hij roept de twaalf leerlingen bij zich

en geeft hun gezag
over onreine geesten,
zodat ze die uitwerpen
en elke ziekte en elke kwaal
genezen.

10:2


Van de twaalf afgezanten

zijn dit de namen:
eerste is Simon die Petrus heet,
dan zijn broer Andreas;
Jakobus van Zebedeüs
en zijn broer Johannes;

10:3


Filippus en Bartolomeüs,

Tomas en Matteüs de tollenaar,
Jakobus van Alfeüs en Taddeüs,

10:4


Simon de Kananeeër

en Judas Isjkariot
die hem ook heeft prijsgegeven.

10:5


Deze twaalf zendt Jezus uit

met een afkondiging aan hen
waarin hij zegt:
de weg naar* Of: van. volkeren, slaat die niet in
en een stad van Samaritanen
komt die niet binnen;

Matteüs 9,35-10,5 Uitwerpen

In Matteüs 10,1 krijgen de twaalf leerlingen de opdracht onreine geesten uit te werpen. Het werkwoord ‘uitwerpen’ heeft direct hiervoor ook geklonken. ‘Bid dan de Heer van de oogst dat hij werklui uitwerpt zijn oogst in!’ (9,38) Het werkwoord uitwerpen, normaal gebruikt in exorcistische context, klinkt hier op zijn zachts gezegd nogal kras. Hier worden mensen de laan ingestuurd op een weinig zachtzinnige manier.

Logisch dat vertalingen het werkwoord ‘uitwerpen’ graag vermijden wanneer ze het over toekomstige predikanten, evangelisten, zendelingen e.d. heeft. ‘Uitzenden’ klinkt beter (Nieuwe Wereld Vertaling; NBG 1951). Of anders ‘sturen’ (BGT). Of ‘inzetten’ (WV 1995). De aloude Statenvertaling heeft: ‘Bidt dan de Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in zijn oogst uitstote’. Als kind zag ik daarbij altijd een boze bok voor me, om precies te zijn: oom Klaas uit Tielse Flipje. Ik kan me voorstellen dat vertalingen het nogal antropo- of zelfs theriomorfe ‘uitwerpen/ uitstoten’ proberen te vermijden. Het is ruw, onbeleefd en opdringerig.

Toch teken ik voor deze getrouwe vertaling. De oogst is groot. Een wereld vol mensen, aan wie we de even simpele als onthutsende boodschap van Gods liefde verplicht zijn. Desnoods als Jehova’s getuigen langs de deuren gaand, of als irritante straatevangelisten, of op youtube. We moeten niet accepteren dat Jezus ons maatschappelijk taboe wordt. De Salvator Mundi wil zich niet laten wegstoppen in de krochten van het cursuswerk voor theologisch geïnteresseerden.

Maar ja, wie heeft er zin om onder de mensen te komen met ‘de dwaasheid van het Evangelie’? Ik ook niet. Mijn weinige ervaringen met evangelisatie zijn niet allemaal positief. Je komt meestal ongelegen. Mensen hebben geen tijd. Praten over God is eng. Je bent bovendien zelf lang niet uit over allerlei vraagstukken. Lastig, lastig. Dus vermijd je het hele spul maar, om binnenkerkelijk werk te verrichten. Dat moet toch ook gebeuren? – Jazeker, zegt de hemelse oom Klaas. En nu naar buiten jij. – Maar je wilt niet. Je twijfelt. Dan verandert oom Klaas in een hemelse uitsmijter. Hij neemt je op de horens en werpt je eruit. Als een uitgeworpen demon lik je je wonden. Je krabbelt overeind en gaat aan de slag.

Wouter van Voorst