Terug naar zoeken
4:1


Omdat Christus

in vlees-en-bloed geleden heeft,
wapent ook gij u dan
met dezelfde gedachte,
dat wie geleden heeft in vlees-en-bloed
ontheven is aan zonde,-

4:2


om niet meer naar verlangens van mensen

maar naar de wil van God
de tijd die overblijft
in vlees-en-bloed te leven.

4:3


Want de tijd die is voorbijgegaan

was lang genoeg om uit te werken
wat de heidenen willen,
toen ze zijn voortgegaan
in losbandigheden, begeerten,
wijnzuiperijen, zwelgpartijen,
drinkgelagen en verwerpelijke
afgodsvereringen.

4:4


Nu het hun bevreemdt

dat gij niet met hen meerent
naar dezelfde reddeloze vergieting,
belasteren zij u.

4:5


Maar zij zullen

rekenschap moeten afleggen
aan hem die gereed staat
om te oordelen levenden en doden.

4:6


Want daartoe is ook aan doden

het evangelie verkondigd,
opdat zij bij mensen wel
beoordeeld worden op vlees-en-bloed
maar bij God zullen leven
op geestesadem.

4:7


Het einde aller dingen is nabij.

Komt dan tot bezinning
en blijft nuchter voor gebeden.

4:8


Houdt vóór alle dingen

de liefde tot elkander innig,
omdat ‘liefde
een menigte zonden bedekt’ (Spr. 10,12).

4:9


Weest vreemd-lievend* Of (met dank aan ds Wouter van Voorst): xenofiel. voor elkaar,

zonder morren;

4:10


een ieder met de begenadiging

die hij heeft gekregen,-
weest elkaar daarmee van dienst
als goede rentmeesters over
de veelkleurige genade van God;

4:11


als iemand spreekt,

dan woorden zoals van God;
als iemand dient,
dan uit kracht zoals God verleent;
opdat in alles God verheerlijkt wordt,
door Jezus Christus;
aan hem is de heerlijkheid
en de kracht,
tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

4:12


Geliefden, weest niet bevreemd

door de vuurgloed die in uw midden woedt,
u tot beproeving, alsof u
iets vreemds overkomt,

4:13


nee, verheugt u naarmate ge deel hebt

aan al het lijden van de Gezalfde,
dan zult ge ook in de openbaring
van zijn heerlijkheid u jubelend
verheugen!

4:14


Als ge, één met de naam van Christus,

wordt gehoond,
zalig zijt ge, omdat
de Geest der heerlijkheid,
ook de Geest van God,
rust op ú.

4:15


Want laat niet iemand van u

moeten lijden als moordenaar
of dief of kwaadstichter of als
bemoeial;

4:16


maar als het is als ‘christen’,-

die hoeft niet beschaamd te zijn
maar mag God verheerlijken
in deze bedeling,-

4:17


omdat het het tijdsgewricht is

dat het oordeel begint
bij het huis van God;
maar indien als eerste bij ons,
wat wordt dan het einde
van hen die zich door Gods verkondiging
niet laten overtuigen?

4:18


En ‘als de rechtvaardige

met moeite wordt gered,
waar zal dan de goddeloze
en zondaar verschijnen?’ (Spr. 11,31).

4:19


Laten daarom ook zij die lijden

naar de wil van God
hun zielen toevertrouwen
aan een getrouwe Schepper
en goed doen.

Lees hoofdstuk 3 | Lees hoofdstuk 5