Instellingen

1


De Woning zul je maken

van tien tentkleden:
van getwijnd doek, geverfd in
azuurslak, purper en scharlaken karmozijn;
met cheroeviem,
   zoals een kunstenaar ze maakt,
   zul je ze maken.

2


De lengte van één kleed is

achtentwintig met de el
en de breedte: vier met de el
voor één kleed;
éénzelfde maat voor alle tentkleden.

3


Vijf van de kleden

zullen verbonden zijn als
‘een vrouw aan haar zuster’;
en weer vijf kleden verbonden als
een vrouw aan haar zuster* ‘als een vrouw aan haar zuster’ is te verstaan als ‘zij aan zij’..

4


Lussen van azuur zul je maken

op de lip* Of: aan de rand. van het ene kleed
aan het uiteinde van de verbinding;
en zo maak je ze ook op de lip van het kleed
dat het buitenste is
van de tweede verbinding.

5


Vijftig lussen

zul je maken
aan het ene kleed
en vijftig lussen
zul je maken aan het uiteinde van het kleed
in de tweede verbinding;
de lussen tegenover elkaar gezet als
een vrouw aan haar zuster.

6


En maken zul je

vijftig haken van goud
en dan de kleden met elkaar verbinden
   als een vrouw aan haar zuster,
   met die haken;

één zal de Woning worden!