een vertaling vanuit de Griekstalige Septuaginta, de gangbare joodse canon in de tijd van Jezus, door Pieter Oussoren.

Direct de vertaling van Genesis 1-13 lezen

Koop het boek De Bijbel van JezusWoord vooraf

Tijdens het leven van Jezus was er nog geen Nieuwe Testament,- geen evangeliën die zijn leven beschrijven en geen brieven van apostelen die bij al hun vooruitzien ook terugkijken naar het leven van Jezus. De Bijbel van Jezus is er een zonder Nieuwe Testament, logisch,- maar is ook niet het Oude of Eerste Testament geweest zoals we dat nu kennen.

Het gangbare Eerste Testament, de Hebreeuwse Bijbel en de vertalingen daarvan, is aanzienlijk dunner dan de Bijbel van Jezus. Het Vetus Testamentum van de (Latijnse) Vulgata lijkt er al iets meer op: het bevat ook alle ‘boeken’ die wij nu deuterocanoniek noemen, elf in getal. De Septuaginta, een Grieks Oude Testament, lijkt er veel meer op, want daarin staan nog weer meer ‘buitenbijbelse Bijbelboeken’ dan in de Vulgata, zoals Psalm 151 en de Psalmen van Salomo. Maar als in de nieuwtestamentische Brief van Judas (dus niet die van Iskariot) 1 Henoch als gezaghebbende profetie wordt geciteerd, dan wekt dat op z’n minst het sterke vermoeden dat ook de Henochboeken bij de Bijbel van Jezus en de apostelen hoorden, net als de Psalmen 151 t/m 155 die her en der gevonden zijn. Ik mag de (Griekse) Septuaginta graag wat kort door de bocht ‘De Bijbel van Jezus’ noemen; in een echte ‘Bijbel van Jezus’ hoort eigenlijk een aanhangsel te volgen met (geheel of gedeeltelijk) ‘Henoch’ erin, extra Psalmen en mogelijk nog andere teksten.

Toch geef ik graag een Septuagintavertaling (waarvan hier een proeve van vertaling van het begin) de titel ‘De Bijbel van Jezus’ mee. Niet alleen om het groter aantal geschriften daarin maar ook om het antieke ‘Bijbelgrieks’ waarin ze geschreven zijn, de moedertaal van het Nieuwe Testament.

De Bijbel van Alexandrië

Het Bijbelse Grieks van het Nieuwe Testament is een variant van de Griekse taal die ten tijde van Jezus al honderden jaren oud was en is ontwikkeld binnen de Griekstalige Joodse gemeenschappen van Klein-Azië, Syrië, Galilea (!) en Egypte. In het Egyptische Alexandrië (en in Palestina) is het tot vertaling(en) van Mozes, Profeten en (vele) Geschriften gekomen, méér geschriften dan we nú als ‘Bijbel’ erkennen,- vooral uit het Hebreeuws maar deels ook uit het Aramees. Het Bijbelse Grieks ‘hebraïseert’, bewust en onbewust, alleen niet zo consequent als ‘Amsterdammers’ het gedaan zouden hebben.

Het Bijbelse Grieks van de Septuaginta is een authentiek Joods product, zo Joods als Jezus en zijn leerlingen. Voor hen lag ‘de taal van het evangelie’ al klaar; misschien lazen en spraken ze die zelf ook wel; er waren in Galilea ook Griekstalige (Joodse) gemeenschappen en synagogen. De ‘Hellenen’ in Johannes 12, 20-21 die zich bij Filippus (ook een Helleen?) melden om Jezus te mogen zien worden verstaan als Griekssprekende Joden. Heeft Jezus zijn antwoord aan hen, al dan niet via Andreas en Filippus, ook in het Grieks geformuleerd, in de taal van de Septuaginta? Waarom zou hij niet?

De Bijbel van de Kerk

In de tijd van Jezus waren er nog geen ‘Bijbels’ in de vorm van boeken van 1700 of meer bladzijden. Een boek als de Bijbel was een verzameling perkamenten boekrollen, ook de Griekse Bijbel. Misschien werden Hebreeuwse en Griekse rollen wel door elkaar gebruikt. Maar zelfs als de ogen van Jezus niets anders dan Hebreeuwse letters hebben gezien, dan nóg heeft hij een uitgebreidere Hebreeuwse Bijbel gekend dan wij nu hebben. De ‘extra’ Bijbelboeken in de Griekse Septuaginta en de Latijnse Vulgata gaan voor een groot deel terug op Hebreeuwse of Aramese originelen; ze zijn niet ‘bij de Bijbel verzonnen’, ze zijn in de rabbinale ‘contraformatie’ van omstreeks 100 n.Chr. wéggelaten, zoals heel het Joodse erfgoed dat de Septuaginta is door het rabbijnse jodendom verstoten is, als ‘typisch christelijk’ aan de christenen overgelaten. Vondsten in Qumran hebben laten zien dat zogenoemde ‘Septuagintavarianten’ ten opzichte van de bekende Hebreeuwse tekst van het Eerste Testament vaak geen vertaalfouten, verbeteringen of leesfouten zijn, maar varianten uit andere (en mogelijk oudere) Hebreeuwse handschriften dan weergegeven in de Biblia Hebraica.

Meer dan de Hebreeuwse Bijbel is de Septuaginta ‘de Bijbel van Jezus’. Het is dan ook niet onzinnig dat, behalve voor het calvinistisch gereformeerde segment, de Septuaginta, in z’n geheel of althans het ‘vulgatabestand’ daaruit, de oudtestamentische grondtekst is van de christenheid wereldwijd. De eerste echte Bijbel van de Kerk was van Genesis tot en met Openbaring een Griekse!

Een ‘Egyptische Bijbel’?

Het zou een onherstelbaar verlies zijn, ben ik van mening, als we teruggingen achter de keuze van Hiëronymus omstreeks 400 n.Chr. en de Reformatie van de zestiende eeuw om het Eerste Testament vanuit het Hebreeuws te vertalen. De inzichten die de Hebreeuwse Bijbel aanreikt zijn niet ‘net zo goed’ uit de Septuaginta te halen. Wel bekruipt mij geregeld de gedachte dat daarnaast ook het Griekse Eerste Testament als Grieks-Joods Schriftwerk een eigen vertaling en exegese verdient. Zo goed als een zeer concordante vertaling van het Nieuwe Testament nieuwe inzichten meebrengt, zo zal ook een ‘Amsterdamse’ of ‘Naardense’ vertaling van de Septuaginta verrijkend zijn, vermoed ik. Hadden we niet allang moeten beginnen, samen met anderen of alleen, aan een Nederlandse Septuagintavertaling?

In 1998 is een prachtige herdruk verschenen van ‘De Psalmen, vertaald uit de Septuagint’. De eerste druk moet van eind jaren vijftig zijn. De vertaler was pater Christofoor Wagenaar, trappist uit Westmalle. Als we zijn vertaling nu eens beschouwen als begin en hoeksteen van een toekomstige Nederlandse Septuagintavertaling?

Ik waag me eraan, voor de tijd die mij gegeven wordt. Hierbij een gedrukte proeve van vertaling van het begin. Verder wordt het een ‘groeibijbel’ die verschijnt op de site van Skandalon,- reacties zijn van harte welkom. Een avontuur voor de komende tien tot twaalf jaren.

Pieter Oussoren

Februari 2017