Terug naar zoeken
7:1


Mijn zoon, bewaak mijn aanzeggingen,-

en mijn geboden,
berg die bij jou op;

7:2


bewaak mijn geboden en leef,-

mijn onderrichting
als het mannetje in je ogen;

7:3


bind ze op je vingers,-

schrijf ze
op de plaat van je hart;

7:4


zeg tot de wijsheid: jij bent mijn zuster!,

‘diepst gekende’
moet je roepen tot het verstand;

7:5


om over je te waken
   tegen een vreemde vrouw,-

tegen een uitheemse
die wat zij zegt zo glad weet te brengen;

7:6


want door het venster van mijn huis,-

door mijn traliewerk heen blikte ik,

7:7


en zag bij de simpele zielen,
   onderscheidde bij de zonen
   een jongen met gebrek aan hart,-

7:8


die de straat overstak
   aan de zijde van haar hoek,-

over de weg naar haar huis schreed

7:9


in de schemering, in de avond van de dag,-

in het diepst van de nacht
en stikdonker;

7:10


en ziedaar een vrouw, hem tegemoet,-

uitgedost als hoer
maar behoedzaam van hart;

7:11


woelig was zij en weerspannig,-

in haar huis
konden haar voeten niet wonen;

7:12


een stap over straat,

een stap over de pleinen,-
opzij van elke hoek had zij een hinderlaag;

7:13


zij greep hem vast en kuste hem;

met het brutaalste gezicht
zei ze tot hem:

7:14


vredesoffers had ik bij mij,-

vandaag
heb ik mijn geloften betaald;

7:15


daarom ontmoette ik jou bij het weggaan,-

jouw aanschijn is wat ik zocht,
en nu vind ik je ook nog!-

7:16


met dekens als tapijten
   heb ik mijn sponde gedekt,-

met spreien van lijnwaad uit Egypte;

7:17


ik heb mijn ligbank besprenkeld,-

met mirre, aloë en kaneel;

7:18


ga mee, laten we zwelgen in minne
   tot in de ochtend,-

laten we genieten
van de liefde!-

7:19


want manlief is niet thuis,-

die is ver op reis
gegaan;

7:20


de geldbuidel heeft hij meegenomen
   in zijn hand,-

pas op vollemaansdag
komt hij naar zijn huis!

7:21


Zij haalde hem over
   door het vele dat ze hem liet vernemen,-

door de gladheid van haar lippen
dreef ze hem zover;

7:22


hij ging haar achterna

simpelweg,
   als een os die bij de slachtbank aankomt,-

als in een voetboei
om een zot te temmen…

7:23


totdat een pijl sneed

door zijn lever,
zoals een vogel zich haast naar de strik,-
en niet beseft
dat die hem lijf-en-ziel kost.

7:24


Nu dan, zonen, hoort naar mij,-

weest opmerkzaam
bij de aanzeggingen van mijn mond:

7:25


laat je hart naar haar wegen niet afwijken,-

dool niet rond
over haar paden!-

7:26


want talrijk zijn de doorboorden
   die zij heeft laten vallen,-

machtig veel
zijn allen die zij heeft omgebracht;

7:27


wegen ter helle zijn er naar haar huis,-

ze dalen neer
naar de binnenkamers van de dood!

Lees hoofdstuk 6 | Lees hoofdstuk 8