2:1 | ik ben een roos van de Sjaron, een lelietje van dalen!
|
2:2 | ‘Als een lelie tussen de distels, zo is mijn vriendin tussen de dochters!’
|
2:3 | Als een appelboom tussen de bomen van het woud, zo is mijn liefste tussen de zonen!- zijn schaduw begeerde ik, daarin zit ik nu, en zijn vrucht is zoet aan mijn gehemelte;
|
2:4 | hij is met mij het wijnhuis binnengekomen en zijn vaandel boven mij was: liefde;
|
2:5 | hij heeft mij ondersteund met zijn rozijnenkoeken, mij gestut met zijn appels,- want ik was ziek van liefde!-
|
2:6 | zijn linkerhand had hij onder mijn hoofd, zijn rechter omhelsde mij;
|
2:7 | dochters van Jeruzalem, ik wil je bezweren bij de scharen gazellen of bij de goddelijke hinden op het veld: wekt de liefde niet, wakkert haar niet aan voordat zij wil!- ••
|
2:8 | de stem van mijn liefste!- zie, daar komt hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels;
|
2:9 | mijn liefste lijkt wel een gazel of het bokje van een hinde; zie, daar staat hij, achter onze muur, glurend door de vensters, loerend door de tralies!-
|
2:10 | aanheffen zal mijn liefste en tot mij zeggen: sta op, ga mee, vriendin van mij, mijn schone, en ga toch mee!-
|
2:11 | want zie, de winter is vergangen; de stortregen trok weg, is gegaan;
|
2:12 | de bloemen laten zich zien op het land, de zangtijd is aangebroken; de stem van de tortel is weer te horen in ons land;
|
2:13 | de vijg heeft haar eerste vruchtjes gezet, de wijnstokken in bloei geven geur; sta op, ga mee, mijn vriendin, mijn schone, ga toch mee!- ••
|
2:14 | duifje van mij in de spleten van de rots, verborgen in de bergwand, laat mij je aanzicht zien, laat me horen je stem,- want je stem is zo zoet en je aanzicht is prachtig!- ••
|
2:15 | vangt voor ons de vossen, de kleine vossen die wijngaarden verderven,- en onze wijngaarden staan in bloei!
|
2:16 | Mijn liefste is van mij en ik ben van hem die als herder weidt tussen de leliën;
|
2:17 | voordat aanwaait de dag en de schaduwen zullen vluchten: draai je om, wil lijken, liefste, op een gazel of op een bokje van een hinde op de bergen van Bater!- ••
|
| Lees hoofdstuk 1 | Lees hoofdstuk 3 |