3:1 | Dan zeg ik: hoort toch, hoofden van Jakob en aanvoerders van het huis van Israël!- is het niet aan u om het recht te kennen?-
|
3:2 | haters van goed en minnaars van kwaad,- die hun huid van hen afscheren en het vlees van hun botten!
|
3:3 | Ja, zij hebben het vlees van mijn gemeente weggevreten, hun huid van hen afgestroopt en hun beenderen gebroken,- ze verspreid zoals in een kookpot, als vlees in een ketel.
|
3:4 | Maar eens zullen zij het uitschreeuwen tot de Ene en zal hij hen niet antwoorden; hij zal zijn aanschijn verbergen in die tijd, om het kwaad dat zij bedreven hebben. •
|
3:5 | Zó heeft gezegd de Ene tot de profeten die mijn gemeente laten verdwalen,- die, zolang hun tanden te bijten kregen, ‘vrede’ hebben geroepen en tegen wie hun niets in de mond gaf een oorlog hebben geheiligd:
|
3:6 | daarom wordt het nacht, maar voor ú zonder visioen, en duisternis voor u maar zonder orakel; de zon zal ondergaan over die profeten en zwart wordt over hen de dag!
|
3:7 | Beschaamd staan dan de zieners, ontgoocheld zijn dan de orakelaars, allen zullen zij hun lip omhullen,- omdat er geen antwoord komt van God.
|
3:8 | Daarentegen ben ík vervuld van kracht en adem van de Ene, van recht en heldenmoed,- om aan Jakob zijn misstap te melden, aan Israël zijn zonde. ••
|
3:9 | Hoort toch dit, hoofden van Jakobs huis, aanvoerders van het huis Israëls,- die gruwen van recht en al wat rechtuit is krom maken,
|
3:10 | Sion opbouwen met bloedvergieten,- Jeruzalem met misdadigheid;
|
3:11 | haar hoofden spreken recht voor steekpenningen, haar priesters geven onderricht voor een beloning, haar profeten orakelen voor geld,- en op de Ene steunen zij door te zeggen: is niet de Ene in ons midden?- over ons komt geen kwaad!
|
3:12 | Daarom zal vanwege u Sion worden geploegd als een veld,- Jeruzalem een en al puinhoop worden en de berg met het huis tot een offerhoogte in het woud! •
|
| Lees hoofdstuk 2 | Lees hoofdstuk 4 |